Onlangs las ik een artikel over de duizenden kerken die de komende jaren leeg komen staan. Ze worden aan de eredienst onttrokken en ‘komen dan op de markt’ zoals dat gezegd wordt. Veel kerken zijn gebouwd op een prachtige plek in het midden van een dorp of stad en zijn daarmee aantrekkelijk voor nieuwe initiatieven en ontwikkelaars. Ik vraag mij al langer af of de kerk niet zelf een actieve rol zou moeten willen pakken in plaats van dat de kerk verkocht wordt. De opbrengst van een verkoop kun je maar één keer uitgeven. Verhuuropbrengsten daarentegen komen steeds terug.
Door het teruglopend kerkbezoek en de teruglopende inkomsten komen parochiebesturen steeds vaker voor een ingewikkelde keuze te staan. Gaan we de kerk handhaven of gaan we de kerk aan de eredienst onttrekken? En als we haar dan aan de eredienst gaan onttrekken, wat gaan we dan doen? Gewoon alleen de deur op slot? Of herontwikkelen? Of herbestemmen? Of verkopen? Volop keuzes waarbij ook de parochianen een stem moeten hebben.
Steeds vaker is het besluit: verkopen. Bij verkoop kan men eenmalig de verkoopopbrengst gebruiken om de overige kerken en religieuze monumenten te onderhouden. (Maar) op die manier komt er (echter) een keer een moment dat de laatste kerk verkocht wordt. Hoe minder kerken of religieuze gebouwen je als parochie nog in bezit hebt hoe minder je nog kunt verkopen en hoe minder middelen er zijn voor het onderhoud van de kerken die je voor de toekomst wilt koesteren. Ik denk dat het goed is dat parochies zich realiseren dat dat model eindig is, en dat het verstandig is om na te denken met welke middelen we kerken die we willen laten overleven, gaan onderhouden. Een model waarbij je dat doet op basis van eenmalige opbrengsten is niet gewenst. Je hebt structurele, constante inkomsten nodig.
Er wordt wel gezegd dat de kerk zich met name bezig moet houden met haar pastorale taak en niet met het bouwen van een vastgoedportefeuille. Natuurlijk is dat zo, anderzijds zijn de kerken vaak gebouwd met de dubbeltjes en kwartjes van onze voorouders en om het dan nu maar te verkopen zodat het kan worden herontwikkeld door de markt voelt ook niet altijd goed. De kerk mag best zelf verhuren. Natuurlijk is dat niet zonder risico, maar in de huidige tijd van lage rentestanden zijn de rente-inkomsten op spaargeld veelal onvoldoende om het onderhoud te financieren. Daarom kan een zelf ontwikkelde en zelf gefinancierde hoeveelheid gebouwen, bestemd voor de verhuur, een mooie constante stroom inkomsten opleveren. En die inkomsten kan de kerk goed gebruiken, namelijk voor het onderhouden van de kerken die ze de komende decennia in stand wil houden – als kerk en als religieus erfgoed. Ik zou de parochies en de bisdommen willen uitdagen hierover eens met elkaar na te denken. Verkopen kan altijd nog, en verkopen kun je tenslotte maar één keer…