Als ik in een stad ben probeer ik me vaak te oriënteren aan de hand van bijzondere gebouwen. Sinds enkele jaren is er in de wereld van de architectuur sprake van ‘iconische gebouwen’. Ik geloof erin dat een stad met een herkenbare en eigen identiteit een geliefde stad is. En ik geloof er ook in dat iconische gebouwen daarvoor belangrijk zijn. Ze zijn herkenbaar en daarmee aanjager van een gebied, wijk of stad. Maar hoe gaan wij als verstandige rentmeesters om met die iconische gebouwen? Kunnen we eigenlijk wel de juiste keuzes maken?
Neem de Luciakerk in Ravenstein, de kloosters in Megen, de Grote Kerk in Oss, het stadhuis in Ravenstein, de Molen, de Sebastiaankerk in Herpen, allemaal iconische gebouwen. We hebben het over religieus en cultureel erfgoed. Dat gaan we alleen maar nog meer koesteren. In vroeger tijden stonden dit soort gebouwen volop in de aandacht: ze functioneerden als bakens en vormden een beeldmerk voor de gehele stad. In de huidige geseculariseerde tijd zijn zulke bakens niet meer vanzelfsprekend. De keuzes die we nu voor deze gebouwen maken zijn onomkeerbaar.
Het mooie initiatief van de werkgroep tot behoud van de Luciakerk in Ravenstein is typerend voor deze tijd en hun initiatief draagt bij om, in harmonie, de juiste keuzes te kunnen maken. En daarvoor zul je verschillende scenario’s naast elkaar moeten kunnen leggen. Samen werken aan scenario’s waarin je de kosten, het draagvlak en de uitvoerbaarheid degelijk uitwerkt. Dan weet je tenminste waar het over gaat. Waar praten we anders over? Verkopen en dan denken dat het probleem is weg is, is niet de oplossing. Ieder moet zijn verantwoordelijkheid nemen maar altijd met respect voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. Om dit soort iconische gebouwen anno 2019 te behouden moet je schouder aan schouder keihard knokken en je beseffen dat wat je besluit onomkeerbaar is.
In Oss is er ook discussie over een iconisch gebouw. Het Walkwartier om precies te zijn, alleen in tegenstelling tot de Luciakerk moet het Walkwartier nog gebouwd worden. De vraag is nu of dat Walkwartier wel iconisch genoeg is. Het gebouw staat er voor de komende tientallen jaren en eerlijk is eerlijk, dit soort gebouwen in het centrum van de stad lenen zich er wel voor om een iconische uitstraling te krijgen. Maar ook hier zul je verschillende scenario’s naast elkaar moeten leggen om pas dan samen de afweging te maken. En wederom met respect voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. Bij gebrek aan die scenario’s vervalt de discussie nu tot enerzijds of het iconische genoeg is en anderzijds tot de opmerking dat de alternatieven allemaal te duur zijn.
Ik wil de historische Luciakerk zeker niet vergelijken met een nog te bouwen Walkwartier maar in beide discussies over de vervolgstappen mis ik de scenario’s. Pas als je de scenario’s samen hebt uitgewerkt kun je in gesprek met elkaar, argumenten uitwisselen, de financiële mogelijkheden verkennen, het met elkaar eens of oneens zijn en een besluit nemen. En precies dat traject heb je ook gewoon keihard nodig voor het draagvlak van welke besluit je dan ook neemt.
(Column ‘Arena Lokaal’ 23/05/2019)