We hebben het de laatste tijd vaker over afval: hier thuis, op het werk, in onze gemeenteraad, in de kranten, op social media en tijdens al die Coronawandelingen. Er loopt al langer een steeds stevigere discussie over wie de verantwoordelijkheid draagt voor het aanpakken van de afvalberg. Is dat de gemeente? Zijn wij dat als individuele consument wanneer we ons afval niet scheiden en het niet zo nauw nemen met zwerfafval? Of dient de rijksoverheid paal en perk te stellen door milieuschadelijk gedrag te verbieden of duurder te maken? Helaas is de discussie gebaseerd op een onterechte en jammerlijke tegenstelling. Want door de verantwoordelijkheidsvraag als óf óf voor te stellen, blijven we naar elkaar wijzen en neemt niemand verantwoordelijkheid. En dat schiet gewoon niet op.
Onze jongste heeft sinds kort het ‘Afval Weetjes’ kwartetspel van de gemeente Oss. Voor mij ook bijzonder leerzaam kan ik u zeggen. Zeker in de maand waarin we zijn overgegaan van een 240 liter restafval container naar een 140 liter versie. We worden pijnlijk geconfronteerd met wat we al eerder serieus hadden moeten nemen: afval scheiden. Of dat wel of niet gaat lukken, is inmiddels niet meer de vraag want het moet gewoon. En iedereen snapt dat volgens mij. De kinderen checkten ter bevestiging bij ‘Willem Wever’ en lezen: “Als we al ons afval scheiden kan maar liefst driekwart hiervan worden hergebruikt of gerecycled. Hergebruiken betekent dat een product opnieuw gebruikt wordt, bij recyclen worden alleen bepaalde stoffen gebruikt, voor hetzelfde of voor een nieuw product. Dit heeft veel voordelen. Essentiële grondstoffen raken op. Winning daarvan vraagt energie, belast ons milieu en we blijven met het afval zitten. Dat wordt opgeslagen of verbrand”.
We willen dus van dat restafval af, zoveel is wel duidelijk. Vroeger wees de overheid met een vinger naar ons via de publiekscampagne ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. En ze riep daarmee op tot een gedragsverandering bij ons allemaal. Tegenwoordig is de wind wat gedraaid en neemt de politiek het heft stevig in handen. Restafval wordt duurder en we halen het minder vaak op. Dat is lastig en vraagt wennen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we dat bijna allemaal gewoon nodig hebben. Want dat blind staren op die individuele gedragsverandering wil niet vlotten. Dus daarom gewoon een kleinere restafvalbak, dat maakt de zaak wel direct duidelijk.
Het is tijd om bewuster om te gaan met het resultaat van onze wegwerpmaatschappij. Niet alleen om te zorgen dat die kleinere grijze bak dicht kan om er zeker van te zijn dat de gemeente deze ook meeneemt. Maar in de eerste plaats omdat we aandacht moeten hebben voor wat ons aandeel is. Aandacht voor wat we zelf, op een relatief makkelijke manier, kunnen doen voor een betere wereld. Gewoon thuis in de achtertuin en in de keuken. Waarmee we laten zien dat we verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst van onze kinderen. En leuk om daarover dan samen wat te babbelen tijdens dat kwartetspel, wat mijn jongste overigens won.
Natuurlijk heeft de gemeente een rol. We betalen immers voor het afval, het ophalen en verwerken van het afval mag je een service noemen. Dat wil niet zeggen dat we door -te betalen- die restafval container kunnen blijven volstoppen, maar juist dat we straks de service gaan ervaren bij een goede inzet. De politiek heeft een stevig beleid ingezet en als we als consument ons deel pakken moet dat hand-in-hand kunnen gaan. Niet als overheid en inwoners tegenover elkaar maar gewoon naast elkaar: zij-aan-zij.
————————–
Arena Lokaal 15 april 2021